Nieuw zijn in de wereld van pijnonderzoek, maar zeker wel vol zitten met interesse en motivatie, moedigde mij aan om in de literatuur te duiken rond het onderwerp. Niet enkel in professionele en academische context, maar ook daarbuiten in het dagelijkse leven kreeg mijn leeslijst langzaamaan een andere inhoud. In deze tekst vertel ik de lezer graag meer over mijn meest recente literair avontuur: Pijn: een expeditie naar onbestemd gebied, door Sanne Bloeminck.
Sanne is jurist en schrijver en heeft sinds 2010 constante zenuwpijn in haar rug en been. In haar boek beschrijft ze zowel haar persoonlijk parcours doorheen zorginstellingen en goedbedoelde schouderklopjes. Haar persoonlijk verhaal biedt haar ook de perfecte kapstok voor het bespreken van de geschiedenis en wetenschap van pijn, ondersteund met academische literatuur. Zoals ze zelf aangeeft, heeft het boek geen eenduidige missie naar zorgverleners, onderzoekers of patiënten toe, maar is het vooral een uitlaatklep die er mooi in slaagt al die groepen iets bij te brengen.
Wat mij in het boek het meest aanspreekt en wat het ook zo sterk maakt, is de interdisciplinaire benadering van Bloeminck. We worden voorgesteld aan interessante biomedische vaststellingen, zoals de ontdekking dat er overlap is tussen de patronen van hersenactivatie van pijnpatienten en mensen met gediagnosticeerde depressie (Sheng et al., 2017) (iets waar het onderzoek dat ik uitvoer ook mee gelinkt is), maar al meteen worden daar belangrijke nuances bij gemaakt. Het is namelijk zo dat de oorzaak-gevolg relatie tussen symptomen en hersenactiviteit niet zo eenduidig is en die veranderde patronen eerder een reflectie zijn van jarenlange pijn in plaats van de oorzaak ervan.
Dan gaat Bloeminck nog verder, voorbij het biomedische. Zo bespreekt ze kort de evolutie van ons begrip van pijn: van dualisme (de strikte scheiding tussen lichaam en geest, dat fantoompijn maar moeilijk kon verklaren) tot de poorttheorie (die voor het eerst ruimte liet voor emotionele modulatie van pijn) en uiteindelijk het biopsychosociale model. Door dit laatste kunnen we mechanismen bespreken die bijvoorbeeld mooi de relatie tussen pijn en stress illustreren (Vachon-Presseau et al., 2013). Maar ook hier ziet Bloeminck een kans om verder te bouwen. Er is namelijk een ‘integratieprobleem’, waarbij de verschillende onderdelen van bio-psycho-sociaal nog steeds te los staan van elkaar omdat er een lacune is voor kwaliteitsvolle kaders en modellen om deze aspecten te verenigen met elkaar. Zo haalt ze ook het enactivistisch kader aan voor pijn, waarbij een methode voor de samensmelting van biologische, psychologische en sociale componenten aangereikt wordt (Coninx & Stilwell, 2021). Enactivisme bestaat al langer als framework waardoor cognitie te begrijpen is als iets dat ontstaat in de dynamiek van het organisme en zijn omgeving (Varela et al., 1991), maar Coninx en Stilwell pasten dit toe op pijn en zijn chronificatie. Op die manier kunnen we kennis verenigen die daarvoor weinig kans toe kreeg. Bijvoorbeeld, signalen met een bepaalde socio-culturele waarden kunnen hypervigilantie triggeren, waarbij endocriene en neurale processen worden ingezet die op hun beurt ook werden gevormd door individuele ervaringen (Coninx & Stilwell, 2021). Er ontstaat een netwerk aan interacties die de grenzen van gevestigde velden overstijgt.
En zo onstaat dus de vraag naar oprecht interdisciplinair onderzoek. Maar waarom is dat minder evident dan het lijkt? Bloeminck licht dit toe in dit citaat:
“Niet alleen zou chronische pijn multidisciplinair moeten worden behandeld, maar ook zou er veel meer onderzoek moeten worden gedaan op de grensvlakken tussen disciplines. Op papier is iedereen het daarmee wel eens, maar als puntje bij paaltje komt is het vaak te lastig om financiering rond te krijgen. Dat heeft te maken met de manier waarop vakgroepen van universiteiten en hun financieringsstromen gescheiden zijn gestructureerd.”
Inderdaad, de strikte opdeling van disciplines aan kennisinstellingen kan goed gefinancierd interdisciplinair onderzoek in de weg staan. Meer nog, financieringsinstellingen zoals Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) hanteren ook dergelijke opdelingen, wat het probleem versterkt. Begrijp me niet verkeerd, deze categorisatie dient zeker een praktisch nut, maar het kan misschien prikkelend zijn om daarbuiten te kijken. Hoe dan ook beginnen de eerste projecten van dergelijke aard uit de grond te schieten, zoals Bloeminck aanhaalt met het Center for unusual Collaborations (CuCo). Ook ik durf soms dromen van dergelijke samenwerkingen rond pijn, stress, gender en hun intersecties.
Sanne Bloeminck brengt in ‘Pijn: een expeditie naar onbestemd gebied’ een persoonlijk, toegankelijk en leerrijk verhaal. Zo haalt ze een mooie metafoor aan voor de centrale sensitisatie van het zenuwstelsel als orkest: er kan een zenuw, of viool, luid beginnen spelen en zo het hele orkest (of centraal zenuwstelsel) mee doen laten spelen waardoor die ene viool het zwijgen opleggen nog weinig zal uithalen. Maar bovenal blijft haar centrale boodschap de sterkste stroef: het fenomeen van pijn zal enkel kleur bekennen wanneer er tussen de lijntjes van de gevestigde disciplines gelezen wordt. Niet enkel het biomedische, maar ook de eeuwig veranderende context waarin mensen leven heeft een gigantisch aandeel in ons begrip van pijn:
“Een fabrieksarbeider aan het eind van de negentiende eeuw zou over zenuwpijn, vergelijkbaar met de mijne, misschien wel nooit met een woord hebben gerept. We zullen het nooit weten. Ik ben nu eenmaal opgegroeid in deze tijd, met de verwachting van een leven zonder deze chronische zenuwpijn, een aanspraak op een soepele tocht naar de top van de berg. Ik kan mijn eigen tijd en plaats niet ontvluchten, ik ben ermee verweven.”
Robrecht De Baere
PhD researcher for the Stress in Pain (STRAIN) project
Pain in Motion Research Group (PAIN), Department of Physiotherapy, Faculty of Physical Education and Physiotherapy, Vrije Universiteit Brussel, Belgium
Spine, Head and Pain Research Unit Ghent, Department of Rehabilitation Sciences, Faculty of Medicine and Health Sciences, Ghent University, Belgium
2024 Pain in Motion
References:
Coninx, S., & Stilwell, P. (2021). Pain and the field of affordances: an enactive approach to acute and chronic pain. Synthese, 199(3–4), 7835–7863. https://doi.org/10.1007/S11229-021-03142-3/FIGURES...
Sheng, J., Liu, S., Wang, Y., Cui, R., & Zhang, X. (2017). The Link between Depression and Chronic Pain: Neural Mechanisms in the Brain. Neural Plasticity, 2017. https://doi.org/10.1155/2017/9724371
Vachon-Presseau, E., Roy, M., Martel, M. O., Caron, E., Marin, M. F., Chen, J., Albouy, G., Plante, I., Sullivan, M. J., Lupien, S. J., & Rainville, P. (2013). The stress model of chronic pain: evidence from basal cortisol and hippocampal structure and function in humans. Brain : A Journal of Neurology, 136(Pt 3), 815–827. https://doi.org/10.1093/BRAIN/AWS371
Varela, F. J., Thompson, E., & Rosch, E. (1991). Enaction: Embodied. In The Embodied Mind: Cognitive Science and Human Experience.